Op zekere dag sprongen twee nieuwsgierige kikkers in een emmer, die voor de helft gevuld was met room.
Tot hun schrik lukte het ze niet om eruit te klimmen. Ze kregen met hun pootjes geen grip op de gladde wand. Na enkele uren spartelen, zei de ene kikker doodop: ”Ik kan niet meer”, zakte weg in de room en verdronk.
De andere kikker dacht bij zichzelf: “Ik ben ook helemaal op, maar opgeven? Dat nooit!”
En toen gebeurde er iets bijzonders. Hij voelde hoe er langzaam maar zeker vaste grond onder zijn pootjes kwam. Zonder te weten had hij, al trappelend, de room tot boter gekarnd. Blij en tevreden sprong hij uit de emmer en trok de wijde wereld in.